HomeBannerUpdate.png
5 september 2022
Leestijd 7 minuten
Deel op social media
Illustratie

Taal: de meest onderschatte troef voor maatschappelijk welbevinden

Wat onderscheidt mensen van dieren? Een heleboel. Maar een zeer belangrijk verschil is in ieder geval het vermogen tot complexe taal. In de loop van vele duizenden jaren heeft de mens een grote ontwikkeling doorgemaakt, en tegelijkertijd ook de samenleving. Deze ontwikkeling is hand in hand gegaan met de ontwikkeling van complexe taal. Complexe taal stelt ons in staat om kennis van plek a naar plek b te krijgen, en deze kennis naar een andere tijd over te dragen. En vandaag de dag leven we in een dynamische maatschappij waar, mede met behulp van taal, ontzettend veel gebeurt.

Doordeweeks zijn veel mensen aan het werk. In de meest uiteenlopende sectoren worden broodnodige activiteiten verricht voor brood op de plank. En tussendoor in de pauzes nog wat brood gegeten en gepraat met collega’s over en weer. Waarna men weer aan de slag gaat in een kantoor, kas, fabriekshal, garage, of wáár dan ook. Al dit soort activiteiten bouwen de samenleving op als een huis, en laten de samenleving functioneren zodat deze stáát als een huis.

Maar aangezien een huis niet kan functioneren zonder cement dat de stenen bij elkaar houdt, roept deze vergelijking de volgende vraag op: kan een samenleving functioneren zonder communicatie, toch wel het cement van de samenleving?

De vraag stellen, is hem beantwoorden. Dit is een relevante vraag, en er zíjn in Nederland heel wat mensen die hierop niet zullen kunnen antwoorden. Zo was laatst in het online nieuws te lezen: ‘’Gebrekkige taalkennis zorgt voor fouten en ongevallen op werkvloer’’ (https://www.rtlnieuws.nl/economie/life/artikel/4741936/laaggeletterd-taalkennis-niveau-werk-risico). In het artikel komen met name de schoonmaak, bouw en industrie, productie, keuken en landbouw naar voren als sectoren waarin het personeel nauwelijks kan lezen of schrijven. Zo’n 33 tot 44 procent van deze werknemers is laaggeletterd, en gekeken over heel Nederland komt het neer op 2,5 miljoen laaggeletterden. En dat is problematisch. Het leidt tot een verminderde productiviteit, maar ook tot meer fouten, waardoor er weer meer kans is op bedrijfsongevallen, wat weer leidt tot een hoger ziekteverzuim en allerlei negatieve gevoelens als stress en schaamte. Alles bij elkaar kost dit de maatschappij 1 miljard euro per jaar. De taalbeheersing, die in de ontwikkeling van de menselijke soort zo belangrijk is geweest, blokkeert deze ontwikkeling nu dus juist.

Hoe is het zover gekomen? Wanneer we inzoomen, zien we dat er vele aspecten kleven aan deze zaak. Er zijn altijd al mensen geweest die niet of nauwelijks konden lezen en schrijven. Doordat in de loop van de vorige eeuw steeds meer mensen een school hebben afgemaakt is dit weliswaar verbeterd, maar toch valt er nog wel vooruitgang te boeken. Onder de oudere generatie komt dit nog regelmatig voor. Daarnaast heeft er sinds halverwege vorige eeuw veel (arbeids)migratie plaatsgevonden. Het spreekt voor zich dat het op een volwassenen leeftijd moeilijker wordt om een vreemde taal, die ver afstaat van je moedertaal, goed te leren spreken. En als dit niet genoeg gepromoot wordt en de juiste hulpmiddelen niet worden aangeboden wordt dit er niet makkelijker op.

Wat recenter, grofweg sinds het begin van de 21e eeuw, is er sprake van een steeds verdergaande digitalisering. Waar het eerst vooral de computer betrof, voornamelijk gebruikt als hulpmiddel voor van alles en nog wat, lopen tegenwoordig kinderen (ook de allerjongste) met iPads en telefoons. En dat de hele dag door. In principe ‘’mooi speelgoed’’ (figuurlijk), dat het leven gemakkelijker maakt. Met een paar drukken op de knop regel je alles. In een wereld die gehaaster is geworden wel handig. Maar in die digitalisering en haast schuilt ook een gevaar. Kinderen raken gewend aan snelle en oppervlakkige input, en krijgen een kortere aandachtspanne. Er wordt steeds minder de tijd genomen om te lezen, en men krijgt steeds minder input die het opbouwen van een goede taalbeheersing bevordert. In het onderwijs zal men zich ervoor moeten inspannen om te voorkomen dat we een generatie krijgen die ‘’eenzijdig bekwaam’’ is: digitaal perfect, maar matig met taal. En daarmee matig in het begrijpen en interpreteren van informatiebronnen.

Als we kijken naar het onderwijs, zien we bovendien dat er sprake is van een ‘’ver-Engelsing’’. Denk aan tweetalig onderwijs, en colleges die in het Engels worden gegeven. Engels is natuurlijk een wereldtaal, en wat dat betreft is het goed dat daar veel aandacht voor is. Nederlanders spreken het beste Engels van alle volkeren die Engels niet als moedertaal hebben. Hoewel dat een prestatie is om trots op te zijn, is de kanttekening natuurlijk: vergeet ook het Nederlands niet. Voorkomen moet worden dat de aandacht zodanig verschuift naar het Engels dat men het Nederlands uitsluitend nog voor oppervlakkige zaken gebruikt. Een beheersing van beide talen op goed niveau moet het streven zijn.

Daarnaast is er nog een ander verschijnsel in de samenleving dat een effectieve communicatie niet ten goede komt: het gebruik van straattaal in een professionele omgeving. Mensen zeggen weleens: ‘’het werk houdt ons van de straat’’. Maar wanneer je straattaal meeneemt naar je werk, gaat dit maar gedeeltelijk op. ‘’Bro, ik heb die opdracht nog kunnen fixen, je weet toch!’’ Zomaar een zin die je zou kunnen horen op een plek waar jongvolwassenen werken. Hoewel meestal niet daadwerkelijk van de straat, is straattaal verweven in hun taalgebruik. En op een gegeven moment weet men niet meer waar de straat eindigt en het professionele binnen begint, en stapt men over de drempel heen om de straattaal ook binnen te gebruiken. Maar is straattaal niet typisch iets voor een subcultuur, dat alleen door een beperkt groepje kan worden begrepen? Maakt straattaal het dagelijks communicatieverkeer dan niet tot een one-way street? Dat risico zit er dik in. Het overmatig gebruik van straattaal, en de vermenging daarvan met professionele taal, draagt in ieder geval niet bij aan het succes van de maatschappij zélf, en ook niet aan het succes van de mensen die daarin leven.

We kunnen concluderen dat het allereerst uit de mensen zélf zal moeten komen, en zij zelf een goede beheersing van de taal maar beter op waarde kunnen schatten. Maar een dergelijke mentaliteitsverandering voltrekt zich natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Daarom kan het geen kwaad om de samenleving hier en daar te helpen op het gebied van effectieve informatieoverdracht. Informatie die aansluit bij wat werknemers nodig hebben. Daarom is recent in Rotterdam het bedrijf Ualise opgericht. Ualise, het bedrijf dat zich gaat richten op het begrijpelijk maken van informatievoorziening voor het bedrijfsleven , is een dochteronderneming van Kindermedicijn B.V. Maar het verschil is dat Ualise veel verder gaat dan gezondheid alléén. Het gaat Ualise om de gezondheid van de samenleving als een geheel: in hoeverre functioneert deze? Dit artikel heeft duidelijk gemaakt dat de Nederlandse samenleving weliswaar op de goede weg is, maar er wel nog vele uitdagingen te overwinnen zijn. Zo zijn we bij het einde aanbeland van dit artikel, maar is daarmee (hopelijk) het laatste woord nog niet gezegd.